Regeling doorbetaling niet geleverde zorg in uitzonderingssituatie

7 juni 2021 - Doorbetaling wanneer zorgverlener onder werktijd gevaccineerd wordt en doorbetaling indien een mondkapje dragen niet mogelijk is.

De regeling voor doorbetaling van niet-geleverde zorg – die afgelopen najaar opnieuw werd ingevoerd – is voor alle wetten (Wlz, Wmo2015, Jeugdwet en Zvw) voor twee uitzonderingsituaties uitgebreid. Het gaat om het doorbetalen van niet-geleverde zorg in de situatie waarin een zorgverlener niet buiten werktijd gevaccineerd kan worden of als er geen persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) kunnen worden gebruikt door een uitzondering op de mondkapjesplicht.

Uitzondering doorbetaling vaccinatie in werktijd

Het is belangrijk dat zorgverleners zich laten vaccineren. De vaccinatie afspraak dient zoveel mogelijk buiten werktijd ingepland te worden. In gevallen, waarin dit niet mogelijk is, kunnen deze uren als ‘niet geleverde zorg’ worden uitbetaald. Ook zorgverleners die via een pgb werken, komen hiervoor in aanmerking. Het gaat daarbij voor het pgb om maximaal 2 uur per vaccinatiemoment. Reiskosten worden niet vergoed.

Uitzondering doorbetaling wanneer mondkapje niet gebruikt kan worden

Budgethouders die als gevolg van hun beperking of ziekte geen mondkapjes verdragen, zijn soms genoodzaakt het aantal zorgverleners te beperken vanwege het verhoogde risico op besmetting. Bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke of psychische beperking (zoals autisme of dementerenden) die erg in de war raken door het dragen van mondkapjes of personen waarvan de begeleiders in verband met liplezen geen mondkapje kunnen gebruiken. Deze groep is ook uitgezonderd van de mondkapjesplicht in het personenvervoer (zie art. 6.6 Tijdelijke Regeling maatregelen COVID-19). De uitbreiding van de regeling maakt het mogelijk dat niet geleverde zorg in dergelijke uitzonderlijke gevallen mag worden doorbetaald.